Biologie van de vrouw
De vagina ligt binnen in het lichaam van de vrouw en is bedekt door twee paar schaamlippen, de buitenste en de binnenste. Binnen in de vagina kom je bij de baarmoedermond uit. Dat is het einde van de baarmoederhals. Die gaat over in de baarmoeder en daaraan vast zitten de eileiders. Naast elke eileider zit een eierstok. Dit zijn geen stokjes maar bolletjes, zo groot als een olijf. In die eierstokken zitten eitjes. Die eitjes zitten daar al vanaf de geboorte van de vrouw opgeslagen.
Vrijkomen van de eitjes
Ongeveer midden in de menstruatiecyclus van een vrouw wordt er een eitje uit een van de eierstokken gestoten. Het 'springt' er als het ware uit; vandaar dat we dit de eisprong noemen. Zo'n eitje is niet groter dan de punt van een speld. Het belandt in de eileider. In dezelfde tijd wordt het slijm in de baarmoederhals wat dunner, zodat de zaadcellen er makkelijker door kunnen.
Aanmaak van hormonen
Midden in de cyclus, als het slijm in de baarmoeder goed is voor de zaadcellen, kunnen de zaadcellen daar soms wel drie tot vijf dagen lang in leven blijven om alsnog een eicel te bevruchten. Het vrijkomen van het eitje en het dunner worden van het slijm wordt in de hersenen van de vrouw geregeld door de aanmaak van hormonen.
Op zoek naar elkaar
Wanneer een man tijdens het vrijen klaarkomt in de vagina, verzamelen alle zaadcellen in het sperma zich bij de baarmoederhals. In groepjes zwemmen ze daarna door de 'poort' naar de eileiders. Hier komen de zaadcellen de eicel tegen. Het lukt meestal maar één zaadcel om het eitje binnen te dringen. Dat is het begin van de zwangerschap!
Meer informatie over de vrouwelijke geslachtsorganen vind je op de website Seksualiteit.nl van Rutgers.